WAAR MOET IK OP LETTEN BIJ DE AANSCHAF VAN MIJN TROMPET?

Iedere trompettist begint op een Bb-trompet, of cornet. Dit is de meest gangbare stemming en muziekscholen, verenigingen, en de meeste bandjes en orkesten maken gebruik van een Bb-trompet. Muziekcentrum Schimmel  levert de trompetten altijd compleet uit, dus inclusief mondstuk en koffer.

Het is belangrijk om te weten dat het instrument niet te groot of te zwaar is voor u, of uw kind. De afstand tussen het mondstuk en de beker is bij de meeste trompetten ongeveer 50 centimeter. Bedenk dat het instrument, zonder koffer al snel een kilo of meer weegt. Tijdens het spelen is het voor een goede techniek belangrijk dat het instrument zoveel mogelijk horizontaal gehouden wordt. Als een  trompet te zwaar of te lang is om dit te kunnen bewerkstelligen, kunt u beter uitkijken naar een cornet. Een cornet is namelijk korter, en lichter maar heeft exact hetzelfde bereik als een trompet.

ADVIES VOOR DE BEGINNER

Koop niet gelijk de duurste, mooiste, meest glimmende trompet die u kunt vinden. U bent namelijk zelf voor 95% verantwoordelijk hoe het instrument klinkt. Als u net begint klinkt u waarschijnlijk op een trompet van 5000 euro net zo slecht, of goed natuurlijk, als op een trompet van 300 euro. Pas als u een goede techniek en een stevig embouchure gekweekt heeft, en wat meer kennis over de werking van het instrument en de materialen heeft vergaard, kunt u een redelijke beslissing maken om een duurdere trompet te kopen.

Een van de belangrijkste tips voor beginners is dat u direct les moet nemen bij een gecertificeerde docent, het liefst op een muziekschool. Het afleren van een verkeerde techniek is namelijk tien keer moeilijker dan het direct aanleren van de juiste techniek en houding. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat u het mondstuk niet te hard tegen de lippen drukt. Vaak gebeurt dit als de noten wat hoger zijn of als u zonder professionele begeleiding ‘zomaar’ wat doet. Het beste geluid krijgt u door het mondstuk lichtjes tegen de lippen aan te houden, net genoeg om een goed contact te maken zonder dat daarbij een ‘buzz’ geluid optreed. Naarmate u langer speelt zal dit makkelijker worden. Ook het spelen van hoge en lage noten wordt dan makkelijker. Om hoge noten goed te leren spelen, is het belangrijk dat u juist de lage noten goed kunt spelen. Onderschat niet de waarde van een goede, professionele leraar. Hij of zij kan dan later ook helpen bij de aanschaf van een duurder instrument.

ACCESSOIRES VOOR DE BEGINNER 

Als u net begint met trompetspelen heeft u, afgezien van het instrument zelf, een aantal accessoires nodig. Een lessenaar is essentieel om uw bladmuziek op te zetten. Voor het onderhoud van het instrument heeft u een aantal dingen nodig: goede ventielolie is essentieel en met een mondstukborsteltje en poetsdoek houdt u het instrument schoon. Deze spullen zijn los verkrijgbaar, maar u kunt ook direct een onderhoudsset kopen waar al deze dingen in zitten. Het is belangrijk dat u regelmatig de ventielen voorziet van een beetje ventielolie, zodat deze lekker blijven lopen en niet blijven hangen. Nog een handig accessoire: een trompetstandaard. Een handig hulpmiddel tijdens het studeren is een metronoom, hiermee krijgt u snel ritme-gevoel en een besef van verschillende tempo’s. Lesmethodes en andere boeken worden meestal in overleg met de docent aangeschaft.

VERSCHILLENDE SOORTEN TROMPETTEN

De trompet behoort tot de familie van koperblaasinstrumenten. In deze uitgebreide familie heeft de trompet een aantal ‘broertjes en zusjes’. De bekendste hiervan zijn de piccolo-trompet en de pockettrompet. De trompet heeft het felste karakter, hoewel de kleinere piccolo-trompet hoger klinkt, een oktaaf om precies te zijn. De pockettrompet is de kleinste van de drie, maar klinkt niet het hoogst. Dit komt omdat een pockettrompet dezelfde buislengte heeft als een trompet, alleen zitten er in de buis van de pockettrompet meer bochten waardoor deze kleiner lijkt. Een pockettrompet heeft daarom hetzelfde bereik als een trompet. Toch wordt vaak aangeraden om te beginnen op trompet, of cornet en niet op pockettrompet. Dit omdat de ‘aanspraak’ wat lastiger is op een pockettrompet. Begin uw nieuwe hobby in ieder geval nooit op een piccolo-trompet! Deze fout wordt nog wel eens gemaakt, ‘omdat hij zo lekker compact is’. Echter omdat het instrument een oktaaf hoger gestemd staat is het voor beginners niet te doen om hier op te spelen. De eerste vier tot vijf jaar gaat u sowieso niets hebben aan een piccolo-trompet.

Vaak worden de cornet en de bugel ook als directe verwanten van de trompet gezien; dit is gedeeltelijk heel logisch, ze hebben immers hetzelfde bereik, gebruiken dezelfde vingergrepen en dezelfde blaastechniek. Het verschil zit hem in de manier waarop de buis is gemaakt. Een trompet heeft een cilindrische boring, een bugel heeft een conische boring en een cornet heeft een cilindrische boring voor het ventielhuis en een conische boring na het ventielhuis richting de beker. De cornet en bugel kunnen daarom eigenlijk beter gezien worden als ‘neefje en nichtje’ van de trompet. Beide klinken warmer als de trompet. De bugel komt qua klankkleur dichter bij de F-hoorn terwijl de cornet toch meer de klank van de trompet benaderd. Meer informatie over koperblaasinstrumenten vindt u hier.

VERSCHILLENDE STEMMINGEN

Er zijn trompetten in verschillende stemmingen: de natuurtrompet (zonder ventielen), de Bb-trompet, de C-trompet, de D-trompet, de Eb-trompet en heel sporadisch komen we ook nog wel de F-trompet tegen. Veruit de populairste stemming is de Bb-trompet, ook wel bekend als bes-trompet. De Bb-trompet wordt gebruikt in lichte muziek zoals jazz, latin, funk, pop. Maar ook bij muziekscholen, verenigingen en zogenaamde HaFaBra (harmonie, fanfare en brassband) is de bes-trompet de standaard. Van oudsher worden in symfonieorkesten vaak C-trompetten of D- / Eb-trompetten gebruikt, maar we zien de laatste decennia dat de Bb-trompet toch ook steeds meer zijn intrede doet in deze tak van de muziek. Het verschil in de stemming heeft te maken met de lengte van de buis. Als de buis uitgerold zou worden, heeft de Bb-trompet een totale buislengte van 131 centimeter, een C-trompet heeft een totale lengte van 116 centimeter, en de lengte van een D-trompet is 104 centimeter. Een Bb-trompet heeft als grondtoon de noot Bb. Als u dus de grondtoon (open grepen) speelt klinkt er een Bb op de piano. Als u hetzelfde doet op een C-trompet, klinkt er een C op de piano. Op een D-trompet klinkt er een D op de piano en, u raad het al, op een Eb-trompet klinkt er een Eb op de piano.

WAAROM DEZE VERSCHILLENDE STEMMINGEN?

Dit heeft te maken met de gewenste klankkleur, het bereik, en wat er ten tijde van bepaalde composities voorhanden was. Een C- of D-trompet klinkt helderder als een Bb-trompet. Een C-trompet kan zonder te transponeren meespelen met pianopartijen, een piano staat immers in C gestemd. Daarom zien we de C-trompet soms nog in de kerken terug als er samengespeeld moet worden met orgel en er zijn geen Bb-partijen beschikbaar. Als een Bb-trompet dit zou doen, zou alles 1 noot te laag klinken. Om dit te corrigeren moet er dus getransponeerd worden; 1 hele toon omhoog. Een D-trompet moet op zijn beurt juist een hele toon omlaag transponeren. Dit is ook de reden waarom het voor beginners belangrijk is om te beginnen op een Bb-trompet. Zoals gezegd is dit namelijk de meest gangbare trompet wereldwijd in bijna alle muziekstijlen, en zijn trompetpartijen dus ook meestal voor Bb-trompet geschreven, waardoor u kunt spelen wat er opgeschreven staat zonder te transponeren; de Bb-partijen zijn dan namelijk technisch gezien eigenlijk een toon te hoog opgeschreven.