Waarom is het belangrijk om een goede maat viool te hebben? Tijdens het viool spelen leer je een houding aan waarin je het makkelijkst én het mooist kunt spelen. Deze houding is optimaal als je de juiste maat viool hebt. Als de viool te klein is, kun je deze nauwelijks bespelen en zijn je armen te ver gebogen. Als de viool te groot is, moet je je spieren forceren om het instrument te kunnen spelen met eventuele blessures tot gevolg. Iedere docent heeft zijn/haar persoonlijke manier van lesgeven. Er zijn meerdere wegen naar het vioolspeel-Rome! Vaak geeft je docent aan of je de juiste maat viool bespeelt en wanneer je van maat dient te veranderen. Sommige docenten zien je liever een relatief kleine maat viool bespelen. Andere docenten gaan het liefst zo snel mogelijk naar een grotere maat. Heb je les? Vraag dan je docent advies over de vioolmaat. Het belangrijkste is dat je comfortabel viool speelt zonder pijn en met plezier!

Als je kind gemakkelijk met gestrekte arm de hand om de krul kan vouwen terwijl de viool op de schouder ligt in de gebruikelijke vioolhouding, is de viool ongeveer de juiste maat. Het kind kan dan gemakkelijk de vingerzettingen uitvoeren zonder forceren. De vioolmaat is afhankelijk van de lengte van de arm van je kind, de armlengte wordt gemeten van schouder tot vingertoppen:

  • 4/4 viool – armlengte vanaf 60 cm – 9 jaar tot en met volwassenen
  • 3/4 viool – armlengte 56-60 cm – 7-10 jaar
  • 1/2 viool – armlengte 50-56 cm – 6-8 jaar
  • 1/4 viool – armlengte 45-50 cm – 5-7 jaar
  • 1/8 viool – armlengte 43-45 cm – 4-6 jaar
  • 1/10 viool – armlengte 40-43 cm – 3-6 jaar
  • 1/16 viool – armlengte 35-40 cm – 3-5 jaar

Dit zijn slechts vuistregels. Ten eerste is er een overlap tussen de verschillende maten. Ten tweede meet iedereen net iets anders.